De Japanse duizendknoop (Fallopia japonica) is een invasieve exoot die zich razendsnel verspreidt. De plant verdringt andere planten en komt overal in Nederland voor. De wortels van de Japanse duizendknoop veroorzaken schade aan rioleringen en funderingen van gebouwen. Wij vertellen je hoe je deze plant herkent, bestrijdt en verdere verspreiding voorkomt.
De Japanse duizendknoop is een snelgroeiende, vaste plant uit de duizendknoopfamilie. Oorspronkelijk komt dit gewas uit Japan, maar de plant gedijt ook goed in andere regio’s in de wereld. Japanse duizendknoop wordt door de IUCN vermeld als een van de honderd meest invasieve soorten ter wereld.
De woekerende plant is een gevaar voor de biodiversiteit. Doordat de Japanse duizendknoop enorm snel groeit en zeer makkelijk verspreidt, worden andere planten verdrongen. Daarnaast heeft de plant een gesloten bladerdek en komt hij al vroeg in het voorjaar op. Dit heeft gevolgen voor verschillende soorten insecten die het al moeilijk hebben door de afname van biodiversiteit. De bestrijding van het gewas is moeilijk. Er hoeven maar een paar centimeter stengel of wortel over te blijven en een nieuwe plant kan weer opkomen.
Daarnaast veroorzaken de wortels van de duizendknoop schade aan funderingen van gebouwen en rioleringen. De zachte en flexibele wortels dringen gemakkelijk scheuren in beton, asfalt en metselwerk binnen. In Nederland geldt dan ook een verbod op het verkopen en vervoeren van de Japanse duizendknoop en verwante soorten, om verdere verspreiding zoveel mogelijk te voorkomen.
Het snelgroeiende gewas brengt ook economische schade met zich mee. De plant kan tot wel drie meter hoog groeien. In bermen kan de Japanse duizendknoop automobilisten het zicht ontnemen, waardoor er extra bestrijdingsmaatregelen ingezet moeten worden. Ook bij jonge aanplant veroorzaakt de plant economische schade.
Om de verspreiding van de Japanse duizendknoop zoveel mogelijk in te perken, leggen we je graag uit hoe je deze plant kunt herkennen.
De Japanse duizendknoop is te herkennen aan de grote, hartvormige bladeren met een frisgroene kleur. De stengels van de plant lijken enigszins op bamboe. Ze zijn hol van binnen en bestaan uit segmenten. De kleur van de stengels is groen met roodachtige vlekjes.
Vanaf juli tot en met september staat de plant in bloei. De bloesem bestaat uit meerdere, kleine, crèmewitte bloemen die samen een bloempluim vormen. In de winter sterven de bovengrondse delen van de plant af. De ondergrondse worteldelen overleven de winter en zorgen in het voorjaar voor nieuwe scheuten.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) wijst op de volgende herkenningspunten:
1 tot 3 meter hoog
holle, rechtopstaande stengels met roodbruine vlekken
eironde, ietwat leerachtige bladeren, zonder haren aan de onderkant
lengte bladeren: 10 tot 15 cm lang
kleine crème-witte, soms wit-roze bloemen van juli tot en met september
Wil je er zeker van zijn dat je met Japanse duizendknoop te maken hebt en niet met een vergelijkbare soort? Let dan op de volgende details:
Wanneer de stengels worden doorgeknipt, zijn deze hol van binnen
De bladeren groeien in een zigzag patroon uit de stengel
De binnenkant van de wortel is oranje van kleur, met witte uitlopers
Bij opkomst in het voorjaar zijn de knoppen en jonge blaadjes rood van kleur
In het voorjaar zie je rode nerven op het blad
De Japanse duizendknoop is een hardnekkig gewas om te bestrijden. Er zijn inmiddels verschillende bestrijdingsmethoden, waarvan sommige meer effectief blijken dan anderen. Ook wordt er geëxperimenteerd met nieuwe vormen van bestrijding, die geen nadelige gevolgen hebben voor het milieu. We zetten de meest voorkomende methodes voor je onder elkaar:
Bij mechanische bestrijding wordt de grond waar de Japanse duizendknoop groeit machinaal afgegraven en gezeefd door een aannemer. Alle wortels worden uitgegraven en de grond wordt gezeefd om plantdelen te verwijderen. De plantresten worden vervolgens zorgvuldig afgevoerd naar een erkende verwerker van duizendknoop, om verdere verspreiding te voorkomen. In sommige gevallen wordt alle afgegraven grond afgevoerd.
Deze methode is arbeidsintensief. De grond moet tot minstens anderhalve meter diep worden afgegraven en gezeefd. Mits zorgvuldig uitgevoerd, blijkt deze methode zeer effectief. Na uitvoering is monitoring belangrijk. Achtergebleven worteldelen en plantresten kunnen er voor zorgen dat het gewas snel weer opkomt.
Bij chemische bestrijding wordt het gewas bestreden met herbiciden (onkruidbestrijdingsmiddelen). De giftige stof glyfosaat wordt in de holle stengels geïnjecteerd. Hierdoor sterven de bovengrondse delen van de plant én een groot deel van het wortelstelsel af. Deze manier van bestrijden wordt alleen door professionals uitgevoerd en is arbeidsintensief.
Deze methode blijkt zeer effectief wanneer deze minstens drie jaar lang ingezet wordt, in combinatie met maaien. Het nadeel van deze methode is dat glyfosaat erg slecht is voor het milieu. Deze stof kan nadelige effecten hebben op de natuurlijke omgeving. Deze methode zal met de opkomst van nieuwe bestrijdingstactieken dan ook steeds minder ingezet worden.
Er zijn ook biologische methoden om de Japanse duizendknoop te bestrijden. Zo kan het gewas begraasd worden door schapen en varkens. Er worden ook proeven gedaan met het inzetten van een bladvlo en schimmels die specifiek op de duizendkoop zijn gericht. Deze bestrijdingsvorm wordt regulier echter nog niet ingezet.
Het voordeel van een biologische methode is dat deze geen of minder nadelige gevolgen heeft voor het ecosysteem. Het nadeel van deze methodes is dat er vaak een lange adem voor nodig is om het gewas helemaal uit te roeien.
Naast bovengenoemde bestrijdingsmethoden, wordt er momenteel veel onderzoek gedaan naar nieuwe, effectieve manieren om de Japanse duizendknoop te bestrijden. Hierbij wordt ook gekeken welke methodes zo min mogelijk negatieve effecten hebben op het milieu. Een aantal voorbeelden zijn: het verhitten, bevriezen of elektrocuteren van de bodem.
De Japanse duizendknoop is een hardnekkige plaag. Voor de bestrijding van het gewas is een lange adem en veel zorgvuldigheid vereist. Wanneer je aan de slag gaat met bestrijding, is het belangrijk dat verdere verspreiding zo veel mogelijk voorkomen wordt. Zo doe je dit:
Maai de duizendknoop niet! Door te maaien kunnen plantenresten verspreid worden in de directe omgeving. Daarnaast kunnen er resten achterblijven op de maaimachine die ergens anders weer kunnen leiden tot nieuwe brandhaarden. Moet er echt gemaaid worden in verband met de verkeersveiligheid? Dan moet dit gebeuren met een maai- zuigcombinatie, waarmee al het plantmateriaal afgevoerd kan worden naar een erkend verwerkingsbedrijf.
Zorg dat (delen van) de duizendknoop niet in het water terecht komen. Op slootkanten en langs waterwegen is het erg belangrijk dat plantdelen niet in het water terechtkomen. Stukken wortel of stengel worden meegevoerd door het water en kunnen zich zo verder verspreiden.
Voorkom zaadvorming van de plant door bloei te voorkomen en/of weg te halen. De zaden van de Japanse duizendknoop worden gemakkelijk verspreid door de wind en via water. Door zaadvorming neemt ook de genetische diversiteit toe, waardoor de plant zich sneller kan aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Professionals kunnen je helpen met het voorkomen van zaadvorming, bijvoorbeeld door het opsporen van mannelijke exemplaren van het gewas.
Bij duizendknoophaarden is het van belang om een goed bestrijdingsplan op te stellen. Hierin worden zowel bestrijdingsmethoden als beheersmaatregelen afgestemd op de terreinomstandigheden. Aangezien geen enkele methode volledige garantie biedt op snelle en complete verwijdering, levert maatwerk de beste resultaten.
Wanneer er een geschikte aanpak is gevonden voor het terrein, wordt een voldoende lange uitvoeringstermijn bepaald. Houd er rekening mee dat dit minstens vijf jaar zal zijn. Gedurende deze periode wordt de locatie gemonitord en kan het plan waar nodig bijgesteld worden. Aangezien de wortels ver uit kunnen lopen, is het belangrijk om ook eigenaren en/of beheerders van aangrenzende terreinen mee te nemen in het bestrijdingsplan.
Met de decentralisatie van het natuurbeleid, is de verantwoordelijkheid voor het aanpakken van invasieve exoten bij de provincies terecht gekomen. In eerste instantie gaat het om invasieve exoten die op de unielijst van de EU staan. Hier staat de Japanse duizendknoop echter nog niet bij. Toch bestaat er wel al een bezits- en handelsverbod voor de plant.
De provincies zijn verantwoordelijk voor de aanpak en sturen gemeenten en lokale partijen aan op het gebied van bestrijding, beheer en herstel. Grondeigenaren en terreinbeheerders hebben na bestrijding een inspanningsverplichting om verdere verspreiding te voorkomen. Daarom is het belangrijk om een beheersplan voor de lange termijn te maken. Hierin wordt bepaald hoe de locatie wordt gemonitord en welke nazorg er nog nodig is om te voorkomen dat het gewas weer gaat woekeren.
De Japanse duizendknoop is een moeilijk te bestrijden exoot, die zowel materiële, economische als ecologische schade veroorzaakt. Het voorkomen van verdere verspreiding begint bij het herkennen van de plant. Vervolgens is het belangrijk dat de bestrijding grondig en professioneel wordt aangepakt. Met de juiste beheersmaatregelen kan de opkomst van het gewas zo veel mogelijk worden ingeperkt en verdere verspreiding worden voorkomen.
Wil je meer weten over de bestrijdingsmogelijkheden voor de Japanse duizendknoop en de relevante innovaties waar wij mee bezig zijn? Neem dan contact op!